anthon beeldende ontwerper

Anthon Beeke en de kunst: een designer en zijn invloeden

 

Anthon Beeke heeft categorieën binnen de kunst altijd even stellig ontkend als het bestaan van ‘hoge’ en ‘lage’ kunst. Hij is van meet af aan een visueel kunstenaar geweest, die grafische vormgeving als zijn medium koos. Hij is geen ontwerper die graag wil worden beschouwd als een kunstenaar; hij besloot zelf dat hij dat was.
Door zijn provocerende natuur, door grenzen te verleggen en disciplines te overschrijden, waren zijn interesses altijd die van een kunstenaar, al werkt hij binnen de toegepaste kunsten en voor een opdrachtgever; hij zal altijd zijn autonomie bevechten en de grenzen van de opdracht oprekken, ook al zijn er strikte afspraken gemaakt.
Zijn visuele provocaties hebben vaak tot discussies geleid, debatten – krantenartikelen! Zijn erotische affiches, die soms antifeministisch werden genoemd, creëerden het beeld van een rebel, al zou ik Anthon eerder als een dromer omschrijven.
Verwikkeld in ‘dérive’-achtige* omzwervingen, die de aanleiding vormen voor zijn legendarische gebrek aan punctualiteit, gelooft hij in de kracht van het heden, dat kansen biedt, verrassingen, en plotselinge inzichten geeft.
Het is dan ook geen verrassing dat Fluxus, met George Maciunas en met Nederlandse grootheden als Willem de Ridder en de fotografe – en Anthons eerste vrouw –  Anna Beeke een grote invloed hadden op zijn ideeën over de verbondenheid van leven en kunst. Anthon kon uren praten over het fameuze concert met alarmbellen en over Anna’s ‘omgekeerde striptease’.

Zelf was hij veel meer een ‘flaneur’ dan een performer: zijn fascinatie voor de straat en voor ‘street art’ maakten hem tot een fan van de ‘décollages’ van Hains en Villeglé, kunstenaars die hij misschien leerde kennen via het werk van Werkman en Willem Sandberg, door wiens ‘scheursels’ en ‘papiers collé’s’ hij ook al vroeg werd beïnvloed, en die een brug vormden met het werk van Schwitters waar hij een groot bewonderaar van was.
De gelaagdheid van de affiches die hij in de jaren zeventig maakte, lijken een hommage aan de dagen van ‘décollages’ en ‘papier collé’s’. Hij combineerde ze met nieuwe technieken van de straat, zoals gesprayde graffiti,  stijlcombinaties die zijn werk een bijna driedimensionaal karakter verleenden.
Zijn collega Keith Godard schreef in de inleiding van de catalogus voor de tentoonstelling over Beekes werk in The Cooper Union in 1990: ‘Anthon speelt met de beperkingen van het tweedimensionale vel en nodigt zijn kijkers uit om zich af te vragen of het allemaal wel klopt: is het oppervlak ongeschonden of gescheurd, ruw of glad, een eenheid of in stukken gebroken? Onthult het gebarsten oppervlak een nieuwe betekenislaag of alleen de laag posters die er eerder onder zijn geplakt?’
Ik deel de opvatting dat Anthon Beeke, als een van de grootste afficheontwerpers van onze tijd, het medium veel meer gebruikt ‘als openbare mededeling’ dan om fragiele kunstwerken te scheppen die ingelijst aan de muur belanden.
Kunst? Zeker, echter nooit gepresenteerd als een op zichzelf staand object, maar in de vorm van een sterk, visueel statement dat eindeloos kan worden gereproduceerd en de dialoog aangaat met ons dagelijks bestaan.

* De oorsprong van het concept dérive ligt in de Letterist International van de jaren veertig, een collectief van kunstenaars en politiek betrokkenen in Parijs. Voor de Situationisten was de dérive de aangewezen techniek voor het verkennen van het stedelijke landschap en de psychogeografie daarvan en hun manier om nieuwe ervaringen op te doen.

 

tekst Saskia Bos
foto Hoodie
2008, gefotografeerd door Krijn van Noordwijk