De eerste – en meteen overweldigende – confrontatie met de manier waarop Ed van der Elsken keek en dacht had ik eind jaren vijftig, toen ik zijn boek Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés in handen kreeg. Daarin bracht hij het leven van een groepje bohemiens in beeld, die kort na de oorlog in Parijs bietsend en jattend hun leven, drank en liefde bij elkaar scharrelden. Die foto’s waren een blikrichting voor veel fotografen en cineasten – en zeker voor mij.